Ik ga ervan uit dat de ‘toenmalige vriendin’ Belg was.
“Art.59.Artikel 42 is naar analogie van toepassing op de vorderingen betreffende een relatie van samenleven...”(WIPR=16 JULI 2004. - Wet houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht).
Er is enige onzekerheid over de toepasselijkheid van deze bepaling in geval van louter FEITELIJKE samenleving.
“Art.73.§ 1. De Belgische rechters zijn bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen betreffende een ONDERHOUDSVERPLICHTING...2° de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige bij de instelling van de vordering Belg zijn.Art.74.§ 1...De onderhoudsverplichting wordt evenwel beheerst door het recht van de Staat waarvan de onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige op het tijdstip dat deze wordt ingeroepen de nationaliteit hebben indien de onderhoudsplichtige op dat tijdstip zijn gewone verblijfplaats op het grondgebied van die Staat heeft.”(WIPR).
Louter feitelijke samenwoning verleent naar Belgisch recht geen aanspraak op enige hulpuitkering.
“Art.85.De Belgische rechters zijn bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen met betrekking tot de ZAKZELIJKE RECHTEN op een goed...indien dit goed in België gelegen is...§ 1. De zakelijke rechten op een goed worden beheerst door het recht van de Staat op wiens grondgebied dit goed zich bevindt op het tijdstip dat zij worden ingeroepen.De verwerving en het verlies van die rechten worden beheerst door het recht van de Staat op wiens grondgebied het goed zich bevindt op het tijdstip dat de handelingen of feiten die worden ingeroepen als grond van verwerving of verlies van die rechten, zich voordoen.”(WIPR).
Het huis in onverdeeldheid ligt in SPANJE zodat enkel de Spaanse rechter over de zakelijke rechten hierop uitspraak kan doen,met toepassing van Spaans recht.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.