Mijn ouders verbleven samen met dementie in een RVT aan 4.000 per maand. Ik had een notariele lastgeving om hun eigendommen te beheren. Toen hun geld opraakte verkocht ik een appartement van hen om de RVT kosten en herstellingskosten aan hun onroerend goed te kunnen betalen. Bij de verkoop heb ik de fout gemaakt om het geld op mijn rekening te laten overschrijven. Enkel gemakshalve om te kunnen internetbankieren en omdat ik bij hun eigen rekening altijd zever had met de bank die betalingen altijd moeilijk moesten maken en telkens weer administratieve rompsomp. Binnen de termijn komen ze beiden te overlijden en word ik ook erfbelast op het verkochte appartement. Ik ga daarvoor in beroep en bewijs dat alle geld van de verkoop is teruggevloeid naar mijn ouders en het onderhoud van hun goederen. Ik kreeg daarop volgend antwoord.
" Uit de bepalingen van de bijvoeglijke aangifte blijkt dat bij de verkoop op 21/12/2015 een gift gedaan werd aan dochter van 96.697 euro. Betaling van kosten RVT kunnen niet in mindering gebracht worden aangezien bijstand bij het levensonderhoud van de ouders een verplichting van de kinderen is."
Ik heb op 5/6/2018 de rekening betaald. Ik was de fiscus en hun diefstal en het notaris lopen en alle administratie zo beu dat ik het toen niet zag zitten om naar de rechtbank te stappen binnen de gestelde termijn en geen geld meer had voor een advocaat en gerechtskosten. Ik betaalde en liet het zitten. Nu heb ik daar heel veel spijt van. Ik heb betaald op een som dat ik beheerd heb en enkel heb gebruikt voor hen. Een gift ? Ik heb daar geen cent voor mezelf van gebruikt.
Nu is mijn vraag of ik er nu nog op de één of andere manier op kan terugkomen want alle mogelijkheden met hun termijnen zijn al lang voorbij.
Kan ik nog iets proberen en wat en hoe dan eventueel;
Mvg Erna