Een persoon gaat in collectieve schuldenregeling waardoor gelijkheid van de schuldeisers ontstaat. Na het aanvatten van deze schuldenregeling, worden er zware procedures gevoerd voor de toekenning van haar kinderen. Wat zware erelonen en gerechtskosten met zich meebrengt.
Artikel 10 van de nieuwe wet van 13 december 2005 (wet houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van collectieve schuldenregeling) zegt:
" in het kader van die regeling ziet de schuldbemiddelaar toe op de prioritaire betaling van de schulden die het recht van de verzoeker en zijn gezin om een menswaardig leven te leiden in het gedrang brengen."
Zou men op basis van dit artikel kunnen toetreden als bijzonder bevoorrechte schuldeiser en aanspraak kunnen maken op een prioritaire betaling?
Ik ben van mening dat de procedures ivm de toekenning van haar kind noodzakelijk waren voor haar, en bijgevolg er zonder de toekenning van haar kind zij geen menswaardig leven zou kunnen leiden.