Onderhoud grootouder terwijl ik in het buitenland woon

elisev123
Topic Starter
Berichten: 1
Juridisch actief: Nee

Onderhoud grootouder terwijl ik in het buitenland woon

#1 , 28 nov 2019 11:43

Beste,
mijn grootmoeder gaat opgenomen worden in het rusthuis. Vermits mijn moeder overleden is, zijn ik en mijn tante verantwoordelijk voor mijn grootmoeders onderhoud. Ik woon en werk echter in Frankrijk en ben hier ook gedomicilieerd/ betaal hier belastingen.
Vermits ik nog maar pas ben beginnen werken verdien ik veel minder dan mijn tante, en ik vrees dat zij mij toch zal vragen de helft van het rusthuis te betalen (omdat ik over de erfenis van mijn moeder beschik). Hoe gaat dit in zijn werk? Moet ik naar een rechter stappen? Houd die bij de verdeling van de lasten rekening met erfenissen? Hoe zit het met het feit dat ik in Frankrijk woon en niet meer in Belgie? Wat raad u mij aan om te doen?
Vriendelijke groet en alvast bedankt.

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Marcus Aurelius
Berichten: 3814
Juridisch actief: Nee

#2 , 28 nov 2019 11:53

In eerste instantie is het belangrijk te weten of het hier om een publiekrechtelijke, dan wel een privaatrechtelijke instelling gaat en vooral of er een borgstelling werd afgeleverd. Werd er een borgstelling afgeleverd door een OCMW, dan zal het OCMW zich aan de richtlijnen hieromtrent houden, d.w.z. volgens bepaalde terugbetalingsschalen.

8 JULI 1976. - Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Versie geldig voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
(NOTA : voor de aan 01-02-2007 voorafgaande versies, zie de archieven van de federale vorm W 1976-07-08/01)
(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-12-2008 en tekstbijwerking tot 23-04-2019)

Art. 98. <KBN244 1983-12-31/57, art. 8, 002> § 1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke en reglementaire bepalingen, bepaalt het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, rekening houdend met de inkomsten van de betrokkene, de bijdrage van de begunstigde in de kosten van de maatschappelijke dienstverlening.
(Deze laatste heeft in ieder geval het recht op een zakgeld, waarvan het bedrag door het centrum wordt vastgesteld.) <W 1992-08-05/46, art. 53, 016; Inwerkingtreding : 18-10-1992>
(Wanneer de maatschappelijke dienstverlening wordt verstrekt in de vorm van betaling van de kosten van het verblijf in een rusthuis en de begunstigde bijdraagt in deze kosten overeenkomstig het eerste lid, bedraagt het zakgeld minstens 900 EUR per jaar, uitbetaald in maandelijkse schijven. Dit bedrag kan bij koninklijk besluit opgetrokken worden en wordt geïndexeerd overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
De Koning bepaalt welke kosten in geen geval op dit zakgeld mogen worden aangerekend. Hij bepaalt eveneens het statuut van het zakgeld, in het bijzonder bij niet aanwending in geval van overlijden.) <W 2003-05-03/40, art. 2, 068; Inwerkingtreding : 26-05-2003>
In geval van vrijwillig onjuiste of onvolledige aangifte vanwege de begunstigde, vordert het centrum het geheel van die kosten terug, ongeacht de financiële toestand van de betrokkene.
§ 2. De kosten van de maatschappelijke dienstverlening worden eveneens krachtens een eigen recht door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verhaald :
_ op degenen die aansprakelijk zijn voor de verwonding of ziekte die het verstrekken van de hulpverlening noodzakelijk heeft gemaakt; wanneer de verwonding of ziekte het gevolg is van een misdrijf, kan de vordering terzelfdertijd en voor dezelfde rechters als de publieke vordering worden ingesteld;
_ op de onderhoudsplichten van de begunstigde tot beloop van het bedrag waartoe zij gehouden zijn voor de verstrekte hulp.
(§ 3. In afwijking van § 2 kan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn algemeen afzien van het verhalen van de maatschappelijke dienstverlening verleend aan personen die ten laste zijn genomen in instellingen, waar bejaarden worden gehuisvest, op de onderhoudsplichtigen, met de goedkeuring van de gemeentelijke overheid.) <W 2004-07-09/30, art. 101, 075; Inwerkingtreding : 25-07-2004>
(Ingeval van toepassing van het eerste lid, kan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn uitzonderlijk toch de maatschappelijke dienstverlening op de onderhoudsplichtigen verhalen, wanneer het patrimonium van de persoon die deze hulp geniet opzettelijk in aanzienlijke mate is verminderd tijdens de vijf laatste jaren vóór de aanvang van de maatschappelijke hulp (of tijdens de maatschappelijke hulp).) <W 2005-12-23/31, art. 78, 082; Inwerkingtreding : 09-01-2006> <W 2006-10-26/48, art. 2, 087; Inwerkingtreding : 09-04-2007>
------------------------------------------------------------------------
wat baat kaars en bril, als de uil niet zien en lezen wil.

Reclame

Terug naar “Andere”