#2 , 01 okt 2008 10:34
“Art.552.De eigendom van de grond bevat in zich de eigendom van hetgeen op en onder de grond is...”(Burgerlijk Wetboek).
De eigenaar van de grond wordt aldus ook eigenaar van de erop gebouwde woning.
‘Wanneer door één der echtgenoten een gebouw wordt opgericht op een grond die in onverdeeldheid toebehoort aan de echtgenoten gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen, vindt artikel 555, B.W., in geval van verdeling geen toepassing voor de bepaling van de verschuldigde vergoeding, maar wel de regels inzake vermogensverschuiving zonder oorzaak.Zulks heeft voor gevolg dat de echtgenoot die het gebouw heeft opgericht, recht heeft op een vergoeding gelijk aan de meerwaarde die het goed heeft verkregen als gevolg van de door hem gedane uitgaven, met als maximum zijn verarming.Indien deze uitgaven evenwel belangrijker zijn dan de door het onroerend goed bekomen meerwaarde, heeft de echtgenoot recht op een vergoeding gelijk aan het bedrag van de op regelmatige wijze op zijn naam gefactureerde uitgaven‘(Gent 27 oktober 1988,Pas. 1989,II,85).
Hieruit kan afgeleid worden dat ook bij beëindiging van het wettelijk samenwonen uw dochter zich kan beroepen op voornoemde vermogensverschuiving zonder oorzaak.
‘Door afstand te doen van de natrekking doet de eigenaar,ten voordele van die derde een recht van opstal ontstaan en blijft alleen eigenaar van de grond waarop die gebouwen staan‘(Cass. 19 mei 1988,R.W. 1988-89,572-573,noot).
De vriend van uw dochter kan dus ook bij authentieke akte afstand doen van natrekking.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/