Mijn echtgenote, 64 jaar oud, stuurt aan op een echtscheiding.
Ze is reeds sedert 15 mei 2019 alleen gaan wonen op eigen houtje, zonder tussenkomst Vrederechter of wie ook.
Op dit adres is ze officieel ingeschreven op 16 mei 2019.
Er werd mondeling een en ander overeengekomen voor gebruik auto, meenemen huisraad en dergelijke.
Tevens werd de wil uitgedrukt een echtscheidingsprocedure in te leiden via een bemiddelingskantoor onder toezicht van een advocaat door haar aangesteld.
Een eerste vergadering is geplant in de lente van 2020.
Op haar 65ste zal mijn vrouw twee niet onaardige bedragen kunnen incasseren vanwege haar vroeger werkgever, te weten een groepsverzekering en een aparte pensioenspaarrekening na 10 jaar. Gelet op de wetgeving terzake en het huwelijkscontract scheiding van goederern en gemeenschap van aanwinsten, moeten die bedragen verdeeld worden volgens een bepaalde orde.
Nu is de vraag : mijn echtgenote wordt op 31 maart 2020 65 jaar en van dan af kunnen de uitbetalingen volgen.
Stel dat er nog geen scheiding uitgesproken is op die datum, hoe kan men dan die uitbetalingen controleren ?
Diezelfde vraag als er een scheiding uitgesproken moest zijn, hoe gaat men dan te werk ?
Bedankt voor een woordje commentaar.