#4 , 09 apr 2014 23:45
Aangezien de vraag specifiek over intresten gaat vertelt mijn buikgevoel me dat vraagsteller het over een gereglementeerd spaarboekje heeft.
Dan is het jaar waarop de intresten betrekking hebben bepalend (voor de aangifte van het niet vrijgestelde deel).
uit De Standaard:
Ik moet de intresten van mijn spaarboekje(s) aangeven als ze samen 1830 euro overschrijden.Welke intresten? Ik heb die van 2012 pas op mijn rekening zien verschijnen op 2 januari 2013.Dat zijn dus ontvangsten van dit jaar en niet van het 2012.Moet ik misschien die van 2 januari 2012 aangeven?
Het jaar waarvoor inkomsten belastbaar zijn, is het jaar waarin de inkomsten zijn betaald of toegekend. Dat is de regel. Maar geen regel zonder uitzondering. En intresten van spaarrekeningen zijn die uitzondering.
Intresten van spaarboekjes zijn belastbaar voor het jaar waarop de intrestvergoeding betrekking heeft. Of met andere woorden, het jaar tijdens hetwelk het recht op de intrestvergoeding is opgebouwd, ongeacht het tijdstip waarop die intresten uiteindelijk zijn uitbetaald. Intresten van spaarboekjes worden zo in feite geacht te zijn betaald op de laatste dag van het jaar waarop ze betrekking hebben.
Dus de intresten ontvangen in 2013 met betrekking tot spaarkapitalen belegd in 2012 en verworven op 31 december 2012, moeten voor hun belastbaar bedrag in de huidige aangifte worden opgenomen. De intresten die betaald zijn in januari 2012, waren belastbaar voor 2011.
Voor zover het totaal bedrag van de intresten van spaarrekeningen de vrijstelling van 1830 euro per persoon overschrijdt, moeten de intresten aangegeven worden in de code (.)151 van vak VII van de aangifte, indien er geen 15% roerende voorheffing is ingehouden, en kunnen* ze aangeven worden in code (.)162, indien er wel roerende voorheffing is ingehouden.
Iedere wijze uil is ooit een uilskuiken geweest.