Wat zegt de wet?
§ 6. In afwijking van § 1 kan de huurovereenkomst schriftelijk worden gesloten voor een duur die korter is dan of gelijk aan drie jaar.
Die huurovereenkomst is niet onderworpen aan de bepalingen van de §§ 2 tot 5.
Zij kan slechts eenmaal, enkel schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden, worden verlengd zonder dat de totale duur van de huur langer dan drie jaar mag zijn.
Zij wordt beëindigd mits een van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de in de overeenkomst bepaalde duur een opzegging betekent.
Niettegenstaande enig andersluidend beding of andersluidende overeenkomst, wordt bij ontstentenis van een tijdig betekende opzegging of indien de huurder het goed blijft bewonen zonder verzet van de verhuurder, zelfs in de veronderstelling dat een nieuwe huurovereenkomst wordt gesloten tussen dezelfde partijen, de huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar te rekenen van de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden en is zij derhalve onderworpen aan de §§ 1 tot 5.
Ik ga ervan uit dat u een overeenkomst voor
één jaar hebt afgesloten.
Er werd geen opzeg gegeven drie maanden voor het einde van de overeenkomst, zodat deze vanaf dat ogenblik geacht wordt een overeenkomst van negen jaar te zijn, die is ingegaan op 1/12/2012. Een aangezien de huurovereenkomst beëindigd wordt uiterlijk op 30 november eindigt de huurovereenkomst in het eerste jaar en moet u een vergoeding betalen gelijk aan drie maanden huur (volgens bepaalde rechtspraak is dit toch een beëindigen in het tweede jaar, en dus twee maanden betalen).
Maar .... er is een andere interpretatie mogelijk.
De eigenaar is ermee akkoord gegaan dat u opzegde met een opzegtermijn van één maand? Alhoewel de bepalingen van de Woninghuurwet van dwingend recht zijn (partijen kunnen er niet van afwijken) belet dit niet dat partijen in onderling akkoord een einde maken aan de overeenkomst en dat de verhuurder akkoord kan gaan met een kortere opzegtermijn, eenmaal deze opzegtermijn gegeven is. Door deze korter opzegtermijn te aanvaarden, heeft de eigenaar aanvaard dat de huurovereenkomst van korte duur toch nog tijdig beëindigd wordt. Er is dus geen sprake van "bij ontstentenis van een tijdig betekende opzeg".. Het betreft een beëindiging van de oorspronkelijke huurovereenkomst van korte duur en dan is geen vergoeding verschuldigd.
Ik durf niet te voorspellen welke interpretatie de rechter zal aanhangen.
In principe is het feit dat de eigenaar een nieuwe huurder heeft, en dus geen huurinkomsten derft, niet relevant. Alhoewel ik al vonnissen gezien heb waarbij vrederechters toch oordelen dat geen vergoeding verschuldigd is omdat de eigenaar geen huurinkomsten gederfd heeft. Ik heb wel de indruk dat deze vonnissen, als er beroep aangetekend worden, door de rechtbank van eerste aanleg hervormd worden.