Mijn wederhelft heeft op 15 april een reis geboekt op de dag van de verkiezingen. Ze heeft Chronisch Vermoeidheids Syndroom (CVS) en leeft van een rustpensioen. Zij kan niet lang geconcentreerd repetitieve dingen doen zonder volledig leeg te lopen ten gevolge van haar CVS.
Midden mei ontvangt ze een aangetekend schrijven gedateerd 5 mei die ze gaat afhalen ter oproeping als bijzitter, en brengt het bewijs van het reisbureau binnen bij de gemeente.
De dag nadien stuurt de bijzitter haar een brief dat haar reden geweigerd is.
Maar ik heb een berg wetgeving al nagelezen:
(1) - heel wat zaken zijn gesponeerd omdat de rechtbank niet kon bewijzen dat het aangetekend schrijven verstuurd werd, in haar geval wel, maar dit dateert NADAT de reis was geboekt
(2) - verblijf in het buitenland is een wettige reden
Moet de voorzitter zijn weigering motiveren ? Er staat enkel 'geen wettige reden' maar volgens ons is verblijf in het buitenland wel degelijk een wettige reden, en de reis was > 3 weken geboekt voor het ontvangst van hun aangetekend schrijven.
(1) - hier kon de rechtbank niet bewijzen dat de brief verstuurd was, dus volgens deze redenering kunnen ze bvb een 1e niet aangetekende brief nooit bewijzen, enkel de 2e aangetekende brief, en die is na het boeken van haar reis:
http://www.hbvl.be/limburg/tongeren/hel ... roken.aspx" onclick="window.open(this.href);return false;