#5 , 11 feb 2007 12:18
Hou wel voor ogen dat je ingesteld door de jaren heen kan veranderen en zoals dino mooi heeft uiteengezet biedt een clausule van schenking aan de langstlevende van de helft van het gemeeschappelijk vermogen in een huwelijkscontract een mooie oplossing vandaag om er voor te zorgen dat uw kinderen niets erven .... u betaald alle successierechten op de helft van het gemeenschappelijk vermogen dat u werd geschonken...
Maar in de loop van een leven verwerft men soms wel meer eigendommen en roerende goederen en dan is deze oplossing niet altijd mooi, fiscaal dan tenminste, daarom laat je best een keuzebeding in je huwelijkscontract zetten, met vele mogelijkheden...
hieronder een voorbeeld van wijziging huwelijkscontract, maar je kan de clausules ook onmiddellijk in het huwelijkscontract voorzien natuurlijk ...
WIJZIGING HUWELIJKSCONTRACT
ARTIKEL 2
De comparanten komen overeen, ten titel van huwelijksovereenkomst, dat in geval hun gemeenschap wordt ontbonden door het overlijden van ??n der echtgenoten en mits zij niet feitelijk gescheiden zijn of een echtscheidingsprocedure bezig is, en ongeacht of er kinderen uit het huwelijk geboren zijn of niet, het gemeenschappelijk vermogen, naar
keuze van de langstlevende der echtgenoten zal verdeeld worden als volgt:
1? ofwel : zullen alle gemeenschapsgoederen, zowel roerende als onroerende verblijven voor de geheelheid in volle eigendom aan de langstlevende der echtgenoten.
2? ofwel : zullen alle gemeenschapsgoederen, zowel roerende als onroerende, aan de langstlevende der echtgenoten toebehoren voor de helft in vruchtgebruik en voor de overige helft in volle eigendom.
3? ofwel : zullen de gemeenschapsgoederen aan de langstlevende der echtgenoten toebehoren als volgt :
a) de roerende goederen, geen uitgezonderd noch voorbehouden : voor de geheelheid in volle eigendom.
b) de onroerende goederen : voor de helft in volle eigendom en voor de overige helft in vruchtgebrijk;
4? ofwel : zullen de gemeenschapsgoederen aan de langstlevende der echtgenoten toebehoren als volgt :
a) de roerende goederen en de gezinswoning : in volle eigendom.
b) de overige onroerende goederen : voor de helft in vruchtgebruik en de helf? in volle eigendom.
5? ofwel : de langstlevende echtgenoot heek de keuze om - v??r de verdeling van de huwelijksgemeenschap - de gezinswoning vooraf te nemen in volle eigendom, alsmede het huisraad dat zich daar bevindt, alsmede elk ander roerend goed van de huwelijksgemeenschap, of slechts ??n of m??r van deze goederen zoals hij of zij zal wensen. Zo zal dit keuzebeding kunnen omvatten, ten titel van voorbeeld : "de
gezinswoning in volle eigendom en/of het huisraad dat zich daar bevindt en/of de personenwagen in volle eigendom en/of de banktegoeden in volle eigendom, enz...".
6? ofwel : zal de gemeenschap worden verdeeld volgens de regels die in het Burgerlijk Wetboek zijn voorzien volgens artikel 1445 en 1446, inhoudende de preferenti?le toewijzing tegen opleg van de gezinswoning met de huisraad, edof het qnroerend goed dat dient voor de uitoefening van zijdhaar beroep samen met de roerende beroepsvoorwerpen die zich aldaar bevinden. Onderhavige keuzemogelijkheid beperkt zich evenwel niet tot de gezinswoning en/of het professioneel onroerend goed. De
langstlevende echtgenoot heeft het keuzerecht om op schatting elk gemeenschappelijk onroerend goed over te nemen volgens dezelfde regels als in artikel 1445 en 1446 B.W.
7? ofwel : zullen alle gemeenschapsgoederen, zowel roerende als onroerende verblijven voor de geheelheid in vruchtgebruik aan de langstlevende der echtgenoten.
8? ofwel : zullen de gemeenschapsgoederen aande langstlevende der echtgenotentoebehoren als volgt :
a) de roerende goederen, geen uitgezonderd noch voorbehohden : voor de geheelheid in volle eigendom.
b) de onroerende goederen : voor de geheelheid in vruchtgebruik;
9? ofwel : zullen de gemeenschapsgoederen aan de langstlevende der echtgenoten toebehoren als volgt :
a) de roerende goederen, geen uitgezonderd noch voorbehouden : voor de helft in volle eigendom en de wederhelft in vruchtgebruik.
b) de onroerende goederen : voor de geheelheid in vruchtgebruik;
10? ofwel : zal de langstlevende het recht hebben om, overeenkomstig artikel 1457 van het Burgerlijk Wetboek, en als huwelijksovereenkomst, voor de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen, vooraf te nemen, naar keuze, de gezinswoning, het huisraad dat zich daarin bevindt, de liggende gelden, de tegoeden op bank- en spaarrekeningen, de effecten en waardepapieren, of slechts ??n of meer van deze
goederen zoals hij of zij zal wensen. Deze vooruitmaking, hoewel ten bijzondere titel bedongen, houdt evenwel de verplichting van de langstlevende in om in het passief vande bij te dragen op een wijze die strict evenredig is met het actief dat hij of zij uit de gemeenschap verkrijgt. Nadat de langstlevende van voormeld recht op vooruitmaking gebruik gemaakt heeft, worden de overige gemeenschapsgoederen als
volgt toebedeeld : de langstlevende verkrijgt hiervan het vruchtgebruik, terwijl de bloot-eigendom van deze goederen aan de nalatenschap van de eerstoverledene wordt toegekend.
11? ofwel : keuzebeding onder last. De langstlevende zal het recht hebben om die gerneenschapsgoederen en gemeenschapsschulden aan te wijzen die hij of zij in zijn of haar kavel wenst op te nemen bij de verdeling, en dit ongeacht hun waarde. Indien de aldus aan de langstlevende toegewezen kavel zijn of haar gerechtigdheden in het gemeenschappelijk vermogen overtreft, zal de langstlevende aan de nalatenschap van de
eerststervende een opleg verschuldigd zijn overeenstemmend met hetgeen de langstlevende w teveel heeft ontvangen. De betaling van deze opleg kan op ieder ogenblik dat de langstlevende geschikt acht plaatsvinden, ook in gedeelten, hetzij in geld, hetzij door afstand van gemeenschapsgoederen aan de erfgenamen. De betaling kan evenwel niet gevorderd worden zolang de langstlevende in leven is, noch kan voor
deze betaling enige zekerheid worden ge?ist. Opeisbaarheid van de vordering of zekerheidsstelling kan echter welworden gevorderd in volgende gevallen :
a) als de langstlevende niet meer in staat is zijn of haar vermogen zelfstandig te beheren;
b) of als de langstlevende in staat van faillissement of van kennelijk onvermogen verkeert of
c) als de langstlevende een nieuw huwelijk aangaat.
De vordering tot opleg is niet rentedragend.
12? ofwel : verblijvingsbeding onder last. De langstlevende zal het recht hebben om alle gemeenschapsgoederen en gemeenschapsschulden in zijn of haar kavel op te nemen bij de verdeling van de huwgemeenschap, en dit ongeacht hun waarde. De langstlevende is in zulk geval- aan de nalatenschap van de eerststervende een opleg verschuldigd overeenstemmend met hetgeen de langstlevende m??r heeft ontvangen dan zijn of haar gerechtigdheden in de huwelijksgemeenschap. Voor de opeisbaarheid en de betaling van deze opleg gelden dezelfde regels als onder keuze 11? hierboven. De vordering tot opleg is niet rentedragend.
De langstlevende echtgenoot zal een keuze moeten maken tussen bovengemelde opties van 1? tot en met 12? naar aanleiding van de aangifte van nalatenschap van de eerststervende. Wanneer geen aangifte- van nalatenschap wordt ingediend moet deze keuze gebeuren door middel van een verklaring te registreren op het Registratiekantoor van het ambtsgebied waar de nalatenschap is opengevallen en dit binnen het jaar na het overlijden van de eerststervende.
Bij gebrek aan aangifte van nalatenschap of aan bedoelde geregistreerde verklaring is automatisch hoger gemelde optie 2? gekozen.
De overlevende echtgenoot is ontslagen borg te stellen en belegging te doen om van zijn vruchtgebruik te genieten; het vruchtgebruik is niet omzetbaar zonder toestemming van de langstlevende echtgenoot.
2. Indien huidig stelsel eindigt om een andere reden dan door het overlijden van ??n van beide echtgenoten of wanneer beide echtgenoten gelijktijdig of bij een zelfde gebeurtenis overlijden, wordt het gemeenschappelijk vermogen verdeeld in twee gelijke
delen.