Zoals Lohabra stelt, is 19.4 het meest specifiek, en dus correcte artikel in dit geval.
Artikel 10. SnelheidEn ik zag de fietser natuurlijk eerst niet aankomen..
zoals ik al zei, ik reed tussen stilstaand verkeer, dus het fietspad was moeilijk te zien, dus stak ik heel traag het fietspad over.
ik keek links, recht, links, en bij de laatste keer rechts kijken zag ik hem aankomen tegen hoge snelheid.
3° De bestuurder moet in alle omstandigheden kunnen stoppen voor een hindernis die kan worden voorzien.
Autobestuurder is kunnen stoppen nadat hij de fietser zag opduiken.
Fietser daarentegen kon niet stoppen of uitwijken hoewel daarvoor nog plaats was ...
Het enige - maar zeer fundamentele - probleem wordt dat bewijzen.
Getuigen zijn weg, en het is woord tegen woord ...