Aankoop perceel met niet vergund weekendhuisje

vtec
Topic Starter
Berichten: 170

Aankoop perceel met niet vergund weekendhuisje

#1 , 21 apr 2012 22:48

Ik overweeg de aankoop van een goed georiënteerd stuk recreatiegrond op < 2 km van mijn woning met als doel houtwinning (is nu aangeplant met heel wat kaprijpe bomen) en groenteteelt. Op het perceel staat een niet vergund weekendhuisje (geen water, elec, gas...) waarvoor geen permanente bewoning is toegestaan :roll: de grond is gelegen in deels agrarisch deels recreatieve zone. Geen pacht, geen erfdienstbaarheden, geen voorkooprecht.

Het huisje is een veredeld tuinhuis, dus louter geschikt als berging. Wat zijn de risico's bij de aankoop van het perceel met betrekking tot dat niet vergund huisje en de herbestemming die ik het zou willen geven nl. Bomen rooien en deels opnieuw aanplanten en deels als groentetuin in gebruik nemen?

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Turaki
Berichten: 6870

#2 , 22 apr 2012 00:51

Hoe lang staat dit tuinhuis hier al?

Jan S
Berichten: 397

#3 , 23 apr 2012 10:07

ART. 1. §1. Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de Minister voorlopig vastgestelde ontwerp-gewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
De ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen omschrijven de bestemmingsgebieden en geven aanwijzingen omtrent de verkeerswegen, met aanwending van de in hoofdstuk II bepaalde nomenclatuur en van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen conventionele tekens.
De hoofdstukken II en III zijn, voor de in een ontwerp-gewestplan of een gewestplan begrepen grond van toepassing vanaf de dag waarop dat plan van kracht wordt.
§2. In de ontwerp-gewestplannen en in de gewestplannen kunnen aanvullende stedebouwkundige voorschriften worden opgenomen, ook al strekken zij tot regeling van toestanden die niet eigen zijn aan één of meer gewesten.

ART. 16.
5. De recreatiegebieden:
5.0. De recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accomodatie, al dan niet met inbegrip van de verblijfsaccomodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren.
5.1. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accomodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccomodatie.
5.2. De gebieden voor dag- en verblijfsrecreatie zijn bestemd voor de recreatieve en toeristische accomodatie alsmede de verblijfsaccomodatie met inbegrip van de kampeerterreinen, de gegroepeerde chalets, de kampeerverblijfparken en de weekendsverblijfparken.

Voorbeelden van recreatie zijn: een zwembad, voetbalveld voor niet-professioneel gebruik, speelruimten en voorzieningen voor activiteiten voor jeugdwerking,
tennisvelden, plas voor waterrecreatie, manege, terreinen voor lawaaierige sporten, een voetbalstadion.
Art. 1.2. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, onverminderd andere regelgeving, inzonderheid de regelgeving inzake beschermde monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, landschappen en archeologische sites, waarvoor een apart systeem van toelatingen geldt.
Art. 1.3. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen.
Art. 1.4. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, algemene plannen van aanleg, bijzondere plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen die niet opgenomen zijn in de gemeentelijke lijst, opgemaakt in toepassing van artikel 4.4.1, §3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Hoofdstuk 8. Wijzigingen van al ingerichte terreinen
Art. 8.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de herinrichting van de volgende terreinen, als er geen gebouwen opgericht worden en als de herinrichting eigen is aan de functie van het terrein:
3° al dan niet openbare terreinen voor recreatie
Art. 8.2. De vrijstelling, vermeld in artikel 8.1, geldt alleen als de handelingen voldoen aan de volgende voorwaarden:
1° de bestaande terreinen, gebouwen, constructies en verhardingen zijn hoofdzakelijk vergund of vergund geacht;
2° het terrein wordt niet uitgebreid en de bestaande bufferzones blijven behouden;
3° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging uitgevoerd;
4° de handelingen zijn niet gesitueerd in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;
5° de handelingen zijn niet gesitueerd in ruimtelijk kwetsbaar gebied;
6° de handelingen gaan niet gepaard met een ontbossing, een aanmerkelijke reliëfwijziging of een wijziging van waterlichamen;
7° het project komt niet voor op bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage;
8° er is geen milieuvergunning klasse I of II vereist.
Er zal m.i. dus een stedenbouwkundige vergunning moeten aangevraagd worden (of een stedenbouwkundig attest voor aankoop) om uw plannen m.b.t. rooien en opnieuw aanplanten bomen + realiseren groententuin te laten goedkeuren. Andere werken zouden cfr. supra ev. zonder vergunning kunnen. Let hier wel op de voorwaarde 1 m.b.t. het hoofdzakelijk vergund zijn van de aanwezige gebouwen (tuinhuis). Beste eens nagaan of regularisatie mogelijk is of als het tuinhuis als 'vergund geacht' kan worden beschouwd (indien gebouw voor 22 april 1962). Zie stedenbouwkundig ambtenaar betrokken gemeente!
Bovenstaand bericht omvat enkel mijn persoonlijk visie en geen sluitend juridisch advies.
Raadpleeg ook steeds de bevoegde overheid.

Reclame

Jan S
Berichten: 397

#4 , 23 apr 2012 10:07

ART. 1. §1. Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de Minister voorlopig vastgestelde ontwerp-gewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
De ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen omschrijven de bestemmingsgebieden en geven aanwijzingen omtrent de verkeerswegen, met aanwending van de in hoofdstuk II bepaalde nomenclatuur en van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen conventionele tekens.
De hoofdstukken II en III zijn, voor de in een ontwerp-gewestplan of een gewestplan begrepen grond van toepassing vanaf de dag waarop dat plan van kracht wordt.
§2. In de ontwerp-gewestplannen en in de gewestplannen kunnen aanvullende stedebouwkundige voorschriften worden opgenomen, ook al strekken zij tot regeling van toestanden die niet eigen zijn aan één of meer gewesten.

ART. 16.
5. De recreatiegebieden:
5.0. De recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accomodatie, al dan niet met inbegrip van de verblijfsaccomodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren.
5.1. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accomodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccomodatie.
5.2. De gebieden voor dag- en verblijfsrecreatie zijn bestemd voor de recreatieve en toeristische accomodatie alsmede de verblijfsaccomodatie met inbegrip van de kampeerterreinen, de gegroepeerde chalets, de kampeerverblijfparken en de weekendsverblijfparken.

Voorbeelden van recreatie zijn: een zwembad, voetbalveld voor niet-professioneel gebruik, speelruimten en voorzieningen voor activiteiten voor jeugdwerking,
tennisvelden, plas voor waterrecreatie, manege, terreinen voor lawaaierige sporten, een voetbalstadion.
Art. 1.2. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, onverminderd andere regelgeving, inzonderheid de regelgeving inzake beschermde monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, landschappen en archeologische sites, waarvoor een apart systeem van toelatingen geldt.
Art. 1.3. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen.
Art. 1.4. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, algemene plannen van aanleg, bijzondere plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen die niet opgenomen zijn in de gemeentelijke lijst, opgemaakt in toepassing van artikel 4.4.1, §3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Hoofdstuk 8. Wijzigingen van al ingerichte terreinen
Art. 8.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de herinrichting van de volgende terreinen, als er geen gebouwen opgericht worden en als de herinrichting eigen is aan de functie van het terrein:
3° al dan niet openbare terreinen voor recreatie
Art. 8.2. De vrijstelling, vermeld in artikel 8.1, geldt alleen als de handelingen voldoen aan de volgende voorwaarden:
1° de bestaande terreinen, gebouwen, constructies en verhardingen zijn hoofdzakelijk vergund of vergund geacht;
2° het terrein wordt niet uitgebreid en de bestaande bufferzones blijven behouden;
3° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging uitgevoerd;
4° de handelingen zijn niet gesitueerd in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;
5° de handelingen zijn niet gesitueerd in ruimtelijk kwetsbaar gebied;
6° de handelingen gaan niet gepaard met een ontbossing, een aanmerkelijke reliëfwijziging of een wijziging van waterlichamen;
7° het project komt niet voor op bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage;
8° er is geen milieuvergunning klasse I of II vereist.
Er zal m.i. dus een stedenbouwkundige vergunning moeten aangevraagd worden (of een stedenbouwkundig attest voor aankoop) om uw plannen m.b.t. rooien en opnieuw aanplanten bomen + realiseren groententuin te laten goedkeuren. Andere werken zouden cfr. supra ev. zonder vergunning kunnen. Let hier wel op de voorwaarde 1 m.b.t. het hoofdzakelijk vergund zijn van de aanwezige gebouwen (tuinhuis). Beste eens nagaan of regularisatie mogelijk is of als het tuinhuis als 'vergund geacht' kan worden beschouwd (indien gebouw voor 22 april 1962). Zie stedenbouwkundig ambtenaar betrokken gemeente!
Bovenstaand bericht omvat enkel mijn persoonlijk visie en geen sluitend juridisch advies.
Raadpleeg ook steeds de bevoegde overheid.

Terug naar “Kopen”