5.2.1.2 VERLOREN VOORWERPEN
Verloren voorwerpen hebben een eigenaar maar de identiteit ervan is de vinder niet bekend.
De rechten daarop worden geregeld door bijzondere wetten (art. 717 2de lid BWB).
- Lees artikel 717 van het burgerlijk wetboek (BWB) op
http://www.belgischrecht.be/codex.asp" onclick="window.open(this.href);return false;.
Voorwerpen gevonden op een openbare plaats, bijv. op straat, dienen afgegeven te worden op de gemeente waar men ze aantreft. Komt de eigenaar binnen de 6 maand niet opdagen dan verwerft de gemeente, dus niet de eerlijke vinder, de eigendom ervan (wet 30.12.1975).
- Lees de wet van 30.12.1975 op
http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm" onclick="window.open(this.href);return false;> (Numac:) 1975123002.
Voorwerpen gevonden op privé-terrein, bijv. in een bankkantoor, bioscoop of winkel, mogen door de vinder ervan worden bewaard maar hij dient de gemeentepolitie (of de bankdirecteur enz.) te verwittigen.
De oorspronkelijke eigenaar beschikt over een termijn van 3 jaar om zijn verloren zaak terug te vorderen van degene in wiens handen hij ze vindt (art. 2279 BWB).
Art. 2279 slaat alleen op roerende goederen omdat onroerende goederen natuurlijk niet kunnen verloren worden.
Dit recht van terugvordering geldt niet voor bankbiljetten wanneer de bezitter te goeder trouw is (art. 2279 BWB).
Als de bezitter van de verloren zaak deze kocht op een markt of een openbare verkoping of van een handelaar die dergelijke zaken verkoopt kan de oorspronkelijke eigenaar de zaak alleen terugvorderen als hij de bezitter de betaalde som terugbetaalt (art. 2280 BWB).
- Lees art. 2279-2280 BWB op
http://www.belgischrecht.be/codex.asp" onclick="window.open(this.href);return false;.
Voorwerpen aangetroffen in bijv. treinen of taxi's vallen niet onder de algemene regeling, de NMBS en de meeste taximaatschappijen beschikken over een eigen regeling voor verloren voorwerpen.