Vernietiging verwerping

Karel1977
Topic Starter
Berichten: 7
Juridisch actief: Nee

Vernietiging verwerping

#1 , 27 aug 2016 08:55

Situatie: mijn echtgenote haar moeder komt te sterven. Echtgenote heeft 1 zus die 2 kinderen heeft waarvan 1 minderjarig. De zus verwerpt de erfenis zodat haar kinderen de volgende in de erflijn komen.

Nu blijkt dat de zus voor de verwerping reeds goederen uit het ouderlijk huis heeft meegenomen waardoor zij al een stilzwijgende daad van aanvaarding had gesteld volgens ons.

Vraag: is de verwerping van de zus ongeldig en zo ja kan enkel zij (of ook mijn echtgenote) de vernietiging hiervan aanvragen? Gebeurt dit automatisch of welke daad moet hiervoor gesteld worden?

Vraag: indien de verwerping nietig is kan de zus dan nog aanvaarden onder voorbehoud van boedelbeschrijving of wordt dit automatisch een zuivere aanvaarding van de nalatenschap omdat ze reeds goederen heeft aanvaard?

Vraag: indien de verwerping geldig blijft waardoor de plaatsvervulling tvv haar kinderen blijft, kan mijn echtgenote een openbare verkoop van de woning verhinderen en het voorrecht vragen van aankoop aan een vooraf geschatte waarde van de woning door zich te beroepen op de wet van de kleine nalatenschappen (KI van het ouderlijk huis bedraagt minder dan 1564€) of kan dit niet omdat 1 van de erfgenamen minderjarig is?

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
asperger
Berichten: 6497
Juridisch actief: Nee
Locatie: Lier

#2 , 27 aug 2016 12:20

Eens verworpen is dat definitief. Hier werd duidelijk verworpen om een generatiesprong mogelijk te maken..
Daartoe verwerpen de ouders vrijwillig hun volledige erfenis ten voordele van hun eigen kinderen. Zodra de oorspronkeljke erfgenaam verwerpt, heeft de erfenissprong automatisch uitwerking.

De rechten van de zus worden hierdoor geenzins aangetast. Voor haar is de enige wijziging dat ze nu erft samen met de kinderen van haar zus.
Ook voor een eventuele openbare verkoop maakt dit geen enkel verschil. Indien de zus de woning uit de hand wil inkopen dan moet ze overeenkomen omtrent prijs en andere voorwaarden met de kinderen van haar zus. Ingeval van openbare verkoop dient ze het hoogste bod uit te brengen tijdens de zitdag.

Indien er een geschil omtrent de erfenis is (die indruk heb ik) dan moet die zus dat uitvechten met de kinderen van haar zus die nu de mede-erfgenamen geworden zijn. Zij nemen immers de plaats van hun ouders in met alle gevolgen vandien, zowel de positieve als de negatieve.

Ik begrijp niet goed waar het probleem ligt voor zus 1. Of haar mede-erfgenamen haar zus ofwel diens kinderen zijn maakt geen verschil voor haar.

Wat betreft verwijderen van goederen uit de woning, dat is een feitenkwestie die bewezen moet kunnen worden.
Het maakt ook verschil uit wat er werd verwijderd: waren het enkele versleten pyama's of een meesterwerk van Rubens?
"Politici verkiezen echter liever de bedenkelijke heldenstatus van betweter te belichamen tegenover die van de minus habens." (Victor Dauginet in "Het belaste land", pagina 72)

wolf2
Berichten: 2071

#3 , 27 aug 2016 22:28

Beschikt U over de wettekst van de wet op de kleine nalatenschappen? Zo niet, laat het me weten.

Ik zie niet in dat de aanwezigheid van een minderjarige erfgenaam, de bepalingen van deze wet (van 1900 !) onderuit zou halen. Er zullen wel wat extra handelingen nodig zijn, zoals altijd als er een minderjarige bij betrokken is.

Reclame

Karel1977
Topic Starter
Berichten: 7
Juridisch actief: Nee

#4 , 27 aug 2016 23:39

Daar beschik ik niet over wolf2. Wat ik al Googelen erover vond, heb ik in mijn vraag geschetst. Mijn vrouw zou heel graag, alleen al om sentimentele redenen, het ouderlijk huis kopen maar we vrezen voor onwil van de tegenpartijen. Als ze zich inderdaad kan beroepen op die wet dan zou 1 hindernis (dat een buitenstaander via een openbare verkoop met het huis aan de haal gaat) zijn genomen.

Als er op papier kan bewezen worden dat er wel degelijk voor een substantiële grote waarde aan goederen is meegenomen voor de verwerping van haar zus, kunnen wij dan om de ongeldigheid van de verwerping vragen? Het maakt immers wel degelijk een verschil uit qua afkoopsom omdat in het ene geval er twee erfgenamen zijn en in het andere drie.

asperger
Berichten: 6497
Juridisch actief: Nee
Locatie: Lier

#5 , 27 aug 2016 23:45

Het maakt immers wel degelijk een verschil uit qua afkoopsom omdat in het ene geval er twee erfgenamen zijn en in het andere drie.

Het is niet het aantal erfgenamen dat de waarde van een onroerend goed bepaalt!
"Politici verkiezen echter liever de bedenkelijke heldenstatus van betweter te belichamen tegenover die van de minus habens." (Victor Dauginet in "Het belaste land", pagina 72)

Karel1977
Topic Starter
Berichten: 7
Juridisch actief: Nee

#6 , 27 aug 2016 23:49

Wel als je zelf over 1/2 beschikt en de helft moet betalen of 1/3 en je 2/3 moet afkopen

asperger
Berichten: 6497
Juridisch actief: Nee
Locatie: Lier

#7 , 27 aug 2016 23:56

Als zus 1 verwerpt en zo doorgeeft aan haar kinderen, erven die samen het erfdeel van hun moeder...
Ze erven dan elk 1/4.
Het erfdeel van de andere zus (uw echtgenote) blijft onveranderd op 1/2 van de erfenis.
"Politici verkiezen echter liever de bedenkelijke heldenstatus van betweter te belichamen tegenover die van de minus habens." (Victor Dauginet in "Het belaste land", pagina 72)

Karel1977
Topic Starter
Berichten: 7
Juridisch actief: Nee

#8 , 28 aug 2016 00:02

Aha dit is een nieuw gegeven voor ons. Blijft de vraag of de verwerping ongedaan kan worden gemaakt als het zich toe-eigenen van goederen uit de erfenis voor de verwerping schriftelijk geregistreerd staat en of er in dit geval nog een aanvaarding onder boedelbeschrijving mogelijk is of als dit een stilzwijgende aanvaarding tout court is.

wolf2
Berichten: 2071

#9 , 29 aug 2016 18:14

De bewuste wet is zo kort, dat ik hem hierna kan zetten. Lees vooral artikel 4, 2de alinea, waar die a), b), c), enz. staat.


Artikel 1. <W 23-04-1935, art. 1, MB : 25-04-1935> Wanneer, voor het geheel of voor een deel, een nalatenschap onroerende goederen bevat, waarvan het kadastraal inkomen in 't geheel (1.565 EUR) niet overtreft, wordt van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek afgeweken, zoals in de navolgende artikelen is aangeduid. <KB 2000-07-20/58, art. 9, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Het inkomen van de onroerende goederen die nog niet gekadastreerd of niet als afzonderlijk perceel gekadastreerd zijn, wordt, zo daartoe redenen zijn, vastgesteld zoals ter zake van grondbelasting.
De berekening geschiedt op het kadastraal inkomen van de dag van het openvallen der nalatenschap.

Art. 2. (...) <opgeheven bij W 14-05-1981, art. 34, 1, BS 27-05-1981>.

Art. 3.Zo er, onder de erfgenamen in rechtstreekse linie van de eerststervende echtgenoot, een of verscheidene minderjarigen zijn, kan (de onverdeeldheid van de goederen die de langstlevende echtgenoot in vruchtgebruik heeft overeenkomstig artikel 745bis of 915bis van het Burgerlijk Wetboek), hetzij op verzoek van een der belanghebbenden, hetzij ambtshalve, (...), gehandhaafd worden door de [1 familierechtbank]1 voor een termijn of voor achtereenvolgende termijnen, die niet verder zullen gaan dan de meerderjarigheid van de jongste minderjarige. <W 14-05-1981, art. 34, 2> <W 2001-04-29/39, art. 78, Inwerkingtreding : 01-08-2001>
Deze bepaling houdt op van kracht te zijn, hetzij wanneer het vruchtgebruik eindigt, hetzij wanneer, bij toepassing van artikel 4 dezer wet, de goederen overgenomen worden.
De beslissing, waarbij de [1 familierechtbank]1 de onverdeeldheid behoudt, wordt overgeschreven op het register dat moet gehouden worden naar luid van het eerste artikel der wet van 16 december 1851. Vóór de overschrijving, is zij niet geldend ten aanzien van derden die zich te goeder trouw verbonden.
----------
(1)<W 2013-07-30/23, art. 251, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

Art. 4.((Onverminderd de rechten die artikel 1446 van het Burgerlijk Wetboek toekent aan de langstlevende echtgenoot, heeft ieder van de erfgenamen in de rechte lijn en, in voorkomend geval, de noch uit de echt noch van tafel en bed gescheiden langstlevende echtgenoot het recht) tot overneming, naar schatting, hetzij van de woning, bij het overlijden, door de de cujus, zijn echtgenoot of een van zijn afstammelingen betrokken, benevens de stoffering, hetzij van het huis, de meubelen, alsmede van de gronden die de bewoner van het huis persoonlijk en voor eigen rekening in gebruik had, het landbouwmaterieel en de dieren tot de bebouwing dienende of de goederen, de grondstoffen, de beroepsvoorwerpen en andere hulpmiddelen die aan het handels-, ambachts-, of nijverheidsbedrijf zijn verbonden.) <W 20-12-1961, art. 2> <W 14-05-1981, art. 34>
De wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarigen of van hen, die onder curatele staan, mogen, (met machtiging van de vrederechter van de plaats waar de voogdij is opengevallen), de overneming bewerkstelligen. <W 2001-04-29/39, art. 79, Inwerkingtreding : 01-08-2001>
(Willen verschillende belanghebbenden het recht tot overneming uitoefenen, dan wordt de voorkeur bij voorrang en in de volgende orde gegeven aan:
a) de overlevende echtgenoot;
b) degene die de de cujus heeft aangewezen;
c) degene die tot aan het overlijden, zelfs zonder het huis met de de cujus of zijn echtgenoot te bewonen, op regelmatige en voortdurende wijze in het bedrijf meewerkte;
d) degene die tot aan het overlijden met de de cujus of zijn echtgenoot het huis bewoonde en hem hulp en bijstand verschafte;
e) degene die op het ogenblik van het overlijden het huis bewoont;
f) degene die door de meerderheid van de belangen is aangewezen en, bij gebreke van deze meerderheid, hij die door uitloting is aangewezen.
Eisen verscheidene erfgenamen de begunstiging met een van de leden b, c, d of e op, dan kunnen zij de overneming gezamenlijk verrichten.) <W 20-12-1961, art. 3>
Is dit door een belanghebbende of door een schuldeiser gevraagd, dan wordt er tot de schatting overgegaan door het toedoen van de [1 familierechtbank]1, die daartoe een of verscheidene schatters mag benoemen. Door de [1 familierechtbank]1 wordt uitspraak gedaan op de minute van het verzoekschrift; zijn bevelschrift is uitvoerbaar op de minute. Bij aangetekende brieven geeft de griffier aan de belanghebbenden kennis van de dag en het uur waarop de eed zal worden afgelegd door de schatter; deze bepaalt onverwijld dag en uur voor zijn verrichtingen. De belanghebbenden, die bij de beëdiging niet zijn opgekomen, worden door de griffier bij aangetekende brieven verwittigd. Elke eis tot wraking van den schatter moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, uiterlijk bij de beëdiging worden ingediend; onmiddellijk doet de [1 familierechtbank]1 uitspraak over deze vraag (...). <W 20-12-1961, art. 1, a>
[1 ...]1. [1 De rechtbank]1. wijst een van haar leden aan om over de geschillen waartoe de terugnemingen aanleiding mochten geven, uitspraak te doen zoals hierna is bepaald.
Rijzen er betwistingen omtrent de wijze waarop de terugneming moet geschieden, weigert een van de belanghebbenden daarin toe te stemmen of is hij niet tegenwoordig, dan worden de belanghebbenden of hun wettelijke vertegenwoordigers ten minste vijftien dagen tevoren bij aangetekende brief opgeroepen door de [1 daartoe aangewezen rechter]1. Op de bepaalde dag vergaderen de belanghebbenden onder voorzitterschap van de magistraat die hen heeft opgeroepen. Zelfs bij afwezigheid van een of meer belanghebbenden kan tot de werkzaamheden worden overgegaan. In voorkomend geval benoemt de rechter, die de vergadering voorzit, een notaris om de afwezigen te vervangen, hun aandelen te ontvangen en er ontvangstbewijs van te geven; het ereloon van de notaris moet betaald worden door de partijen die hij vertegenwoordigt. De rechter beslecht de geschilpunten en verwijst partijen voor het verlijden van de akte naar de door hen aangewezen notaris of, indien zij het over deze keus niet eens kunnen worden, naar een ambtshalve benoemde notaris.) <W 10-10-1967, art. 3, sub art. 29, § 1>
----------
(1)<W 2013-07-30/23, art. 252, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

Art. 5.<W 20-12-1961, art. 5> Behoudens om een ernstige reden, door de [1 familierechtbank]1 vooraf als geldig erkend, kan de overnemer gedurende een tijdvak van vijf jaren met ingang van de datum waarop de akte van overneming is verleden, de overgenomen onroerende goederen niet vervreemden.
De overnemer die een ernstige reden aanvoert, dient een verzoekschrift in bij de [1 familierechtbank van het gerechtelijk arrondissement waarin]1 het goed met het grootste kadastraal inkomen gelegen is.
De griffier roept, ten minste vijftien dagen te voren, bij aangetekende brief alle partijen op, die bij de overneming betrokken waren. De [1 rechtbank]1 verleent of weigert [1 haar toestemming]1 na partijen te hebben gehoord.
Indien de overnemer de goederen zonder machtiging geheel of gedeeltelijk vervreemdt, is hij gehouden aan ieder van de gewezen medeëigenaars of aan hun rechtverkrijgenden een vaste vergoeding te betalen, ten bedrage van 20 t.h. van hetgeen zij hebben ontvangen als prijs voor de overneming.
Hetzelfde geldt in geval van gezamenlijke overneming, wanneer een van de overnemers zijn onverdeelde rechten zonder voorafgaande machtiging aan iemand anders dan een medeovernemer afstaat.
----------
(1)<W 2013-07-30/23, art. 253, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

Art. 6.<ingevoegd bij W 20-12-1961, art. 6> De overnemer of ten minste een van hen, wanneer er verscheidene zijn, is gehouden de overgenomen onroerende goederen binnen drie maanden en gedurende vijf jaren na de datum waarop de akte van overneming is verleden, persoonlijk te betrekken en te exploiteren, zoniet moet hij aan ieder van de gewezen medeëigenaars of aan hun rechtverkrijgenden een vaste vergoeding betalen ten bedrage van 20 t.h. van hetgeen zij in totaal hebben ontvangen als prijs voor de overneming.
De overnemer kan, om een ernstige reden, van de verplichting om de goederen persoonlijk te betrekken en te exploiteren worden ontslagen, [1 hetzij op het ogenblik van de overneming, hetzij later, door de familierechtbank van het gerechtelijk arrondissement waarin]1 het goed met het grootste kadastraal inkomen gelegen is.
In het laatste geval moet dezelfde procedure worden gevolgd als die welke in artikel 5 is bepaald.
----------
(1)<W 2013-07-30/23, art. 254, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2014>

Art. 7. <ingevoegd bij W 20-12-1961, art. 7> De vergoedingen bepaald in de artikelen 5 en 6 worden niet gecumuleerd; de betaling van één ervan stelt de overnemer vrij van alle andere verplichtingen.

Art. 8. <ingevoegd bij W 20-12-1961, art. 8> De overnemer kan zich van de in de vorenstaande artikelen 5 en 6 gestelde verbodsbepalingen en verplichtingen bevrijden en de vaste straf van 20 t.h. niet oplopen, indien hij de overgenomen uit hun aard onroerende goederen gezamenlijk bij openbare toewijzing verkoopt, maar in dit geval komt, wanneer de opbrengst van die verkoop groter is dan de waarde die aan hun overneming ten grondslag lag, het verschil als vergoeding toe aan alle gewezen medeëigenaars in verhouding tot hun aandeel bij de overneming.

Art. 9. <ingevoegd bij W 20-12-1961, art. 9> De vordering tot betaling van de in de artikelen 3, 4 en 5 bepaalde vergoedingen, behoort tot de bevoegdheid van de rechtbank die nopens de overneming heeft beslist; zij moet op straffe van verval worden ingediend binnen een jaar na de verkoop, de ontruiming van de woning of de staking van het bedrijf dat er aanleiding toe geeft.

Art. 10. <W 10-10-1967, art. 3, sub art. 29, § 2> De beslissingen, gewezen in de verschillende hierboven bedoelde gevallen, zijn niet vatbaar voor hoger beroep indien het kadastraal inkomen van al de onroerende goederen, de dag van terugneming, (520 EUR) niet te boven gaat. <KB 2000-07-20/58, art.9, Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Binnen dezelfde perken zijn die zaken niet vatbaar voor verzet.

Rica
Berichten: 303

#10 , 29 aug 2016 22:48

Toe-eigening van goederen uit de erfenis zou volgens TS geregistreerd zijn vóór de verwerping. Wat bedoelt u juist? Wat werd hoe geregistreerd/ schriftelijk vastgelegd? Over welke goederen gaat het?
Indien u dat idd kan bewijzen en het betreft een echte toe-eigening die niet anders kan geinterpreteerd worden, denk ik dat er idd niet meer kon verworpen worden. Het is te zien wat en hoe er geregistreerd werd, want dat zou dan wel eens zelfs een uitdrukkelijke aanvaarding kunnen zijn indien de erfgenaam schriftelijk in een akte/geschrift/'zakenbrief' effectief de hoedanigheid van erfgenaam heeft aangenomen en ondertekend. Dan is m.i. (ook indien een stilzwijgende aanvaarding zou kunnen aangetoond worden) verwerpen niet meer mogelijk. Ook een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving is m.i. dan niet meer mogelijk.
Diegene die de verwerping aanvecht moet bewijzen dat er reeds een stilzwijgende of uitdrukkelijke aanvaarding heeft plaatsgehad. De verwerping wordt niet automatisch ongedaan gemaakt.
(Ook opletten met een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving. Ik vraag me af of igv samenloop van een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving en vraag tot overname op grond van wet op de kleine nalatenschappen een overname tegen schattingsprijs nog wel mogelijk is gezien, igv een beneficiaire aanvaarding m.i. een openbare verkoop bij wet verplicht wordt).

Rica
Berichten: 303

#11 , 29 aug 2016 23:39

Nog even ter aanvulling van mijn reactie hierboven: ik begrijp eigenlijk niet wat in casu het belang zou zijn mocht de verwerping door de zus ongedaan gemaakt worden. Ofwel erft de zus haar deel als de verwerping ongedaan wordt gemaakt, ofwel erven haar kinderen het verworpen erfdeel van de zus. Komt m.i. toch op hetzelfde neer? (zie hoger opmerking van asperger )?

asperger
Berichten: 6497
Juridisch actief: Nee
Locatie: Lier

#12 , 30 aug 2016 00:25

Nog even ter aanvulling van mijn reactie hierboven: ik begrijp eigenlijk niet wat in casu het belang zou zijn mocht de verwerping door de zus ongedaan gemaakt worden. Ofwel erft de zus haar deel als de verwerping ongedaan wordt gemaakt, ofwel erven haar kinderen het verworpen erfdeel van de zus. Komt m.i. toch op hetzelfde neer? (zie hoger opmerking van asperger )?
TS dacht dat in geval van verwerping door de zus de erfenis in drie gelijke delen zou worden verdeeld in plaats van in twee gelijke delen.
Maar dat is uiteraard niet het geval.
"Politici verkiezen echter liever de bedenkelijke heldenstatus van betweter te belichamen tegenover die van de minus habens." (Victor Dauginet in "Het belaste land", pagina 72)

Karel1977
Topic Starter
Berichten: 7
Juridisch actief: Nee

#13 , 30 aug 2016 21:34

@Rica
(Ook opletten met een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving. Ik vraag me af of igv samenloop van een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving en vraag tot overname op grond van wet op de kleine nalatenschappen een overname tegen schattingsprijs nog wel mogelijk is gezien, igv een beneficiaire aanvaarding m.i. een openbare verkoop bij wet verplicht wordt).

Geldt deze opmerking voor elke erfgenaam van zodra één van de erfgenamen een aanvaarding met boedelbeschrijving heeft gedaan of enkel voor die erfgenaam die de boedelbeschrijving heeft gevraagd? Maw als de andere erfgenaam een zuivere aanvaarding heeft gedaan, kan deze zich wel op het voorrecht voor overname tegen schattingsprijs beroepen?

Rica
Berichten: 303

#14 , 01 sep 2016 00:49

Je kan je zeker steeds beroepen op de overname tegen schattingsprijs als je aan de voorwaarden van de wet voldoet. Maar ik vrees dat de vraag niet steeds zal ingewilligd (kunnen) worden...
m.i. zit het probleem in het feit dat wanneer er 1 erfgenaam is die aanvaardt onder voorrecht van boedelbeschrijving er een vrij strikte procedure dient gevolgd te worden, beschreven in de wet. Om de schuldeisers en ook de beneficiaire 'schuldenaar' te beschermen stelt de wet dat er voor de onroerende goederen, eigenlijk zelfs voor de roerende goederen (maar hiervoor blijkt de rechter wel gemakkelijker een afwijking toe te staan), een openbare verkoop moet zijn.
Ik denk dat, wanneer beide in samenloop komen, de openbare verkoop zal primeren, vooral indien de nalatenschap negatief blijkt te zijn. Maar het zal misschien ook wel afhangen van de situatie, wie de schuldeisers zijn, hoe groot de schulden zijn e.d. hoe de rechter zal beslissen. (Ik kan mij voorstellen dat wanneer er, na inventaris, voldoende roerende goederen blijken te zijn om de schulden te betalen, het onroerende goed buiten schot kan blijven en kan verdeeld worden tegen overname tegen schattingsprijs. Stel echter dat de schulden zo groot zijn dat ook het OG niet zou voldoen om de schulden te voldoen, dan zal het OG m.i. openbaar verkocht worden, gezien de schattingsprijs normaal gezien een gunstigere prijs zal zijn dan deze verwacht bij een openbare verkoop (Vandaar ook de sanctie indien het OG te vlug zou doorverkocht worden of niet zou bewoond worden door de overnemer...). Vaak aanvaardt men ook onder voorrecht van boedelbeschrijving omdat men geen zicht heeft op wat men van de nalatenschap mag verwachten en om zich veilig te stellen voor mocht men voor verrassingen komen te staan. Maar misschien zijn er helemaal geen schulden. In dat geval zal de overname tegen schattingsprijs misschien wel aanvaard worden door de rechter? Misschien heeft iemand van de forumleden hier meer kennis over...?
Hoe dan ook zou ik er niet van uitgaan dat wanneer er 1 beneficiaire aanvaarder is, dat de overname tegen schattingsprijs een zekerheid zal zijn, zeker niet indien de nalatenschap, na inventaris, negatief blijkt... (dit in tegenstelling met indien alle erfgenamen de nalatenschap hebben aanvaard (of er een verwerping bij is) en er bvb een erfgenaam is die zich verzet tegen de overname tegen schattingsprijs. Indien er dan een erfgenaam is die de overname tegen schattingsprijs vraagt en aan de voorwaarden voldoet zoals bepaald in de wet zal de wet op de kleine nalatenschappen toegepast worden en geldt niet langer het recht dat iedere reservataire erfgenaam het recht heeft zijn erfdeel in natura te ontvangen (lees een openbare verkoop te eisen als het goed niet in natura kan verdeeld worden) en zullen de andere reservataire erfgenamen zich moeten neerleggen bij de overname tegen schattingsprijs).
Het probleem zit m.i. dus in het feit dat wanneer er 1 erfgenaam is die de nalatenschap aanvaardt onder voorrecht van boedelbeschrijving en de nalatenschap is negatief, die strikte procedure bij wet in feite moet gevolgd worden ter bescherming zowel van de schuldeiser(s) als van de schuldenaar(s). En in die bescherming zit in feite een openbare verkoop vervat gezien men de werkelijke koopprijs en een transparante prijs van OG beoogt ...
(Het geschetste probleem doet zich alleen voor in geval er een erfgenaam is die aanvaardt onder voorrecht van boedelbeschrijving, want dan valt de hele nalatenschap, voor alle erfgenamen, onder die procedure. Is er een verwerping, dan speelt die erfgenaam gewoon niet meer mee in de nalatenschap en levert dan ook geen probleem/gevaar voor een overname tegen schattingsprijs indien voldaan is aan de voorwaarden van de wet op de kleine nalatenschappen. Indien wordt bewezen dat de erfgenaam, die verwerpt, reeds een daad van erfgenaam heeft gesteld en als dit wordt bevestigd door de rechter, dan heeft hij de nalatenschap aanvaard en kan hij niet meer aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving).
Uit wat TS hoger vermeldt heeft de zus de nalatenschap reeds verworpen. Ik denk dat men dit dan best zo laat en niet aanvecht, gezien het m.i. geen nut heeft (zie hoger Asperger). En de kinderen van de zus zullen waarschijnlijk de nalatenschap wel aanvaarden, gezien hun moeder verwerpt met de bedoeling haar deel aan haar kinderen te laten toekomen? Dan lijkt er mij toch geen gevaar dat er toch nog een erfgenaam zou aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving?

Karel1977
Topic Starter
Berichten: 7
Juridisch actief: Nee

#15 , 01 sep 2016 20:18

@Rica: er zijn geen schulden of schuldenaars in de erfenis. Indien het deel van de zus van mijn echtgenote naar haar kinderen gaat (de vader is echtgescheiden van de moeder en in het verleden hebben wij daarmee een zwaar conflict gehad) dan zullen zij zich praktisch voor 100% zeker verzetten tegen een simpele aanvaarding (onder invloed van hun vader) en overgaan tot een aanvaarding met boedelbeschrijving. Er zijn ons al dergelijke 'boodschappen' bezorgd. Los van het feit dat er één van die kinderen slechts 14 jaar is en derhalve misschien de verkoop van het huis geblokkeerd is tot hij meerderjarig is (ik weet niet of dit daadwerkelijk klopt) lopen wij ook de kans zo het huis te verliezen aan een buitenstaander die mogelijks een hoger bod zou uitbrengen bij een openbare verkoop.

Mijn echtgenote haar zus heeft reeds voor de verwerping werd geregistreerd goederen uit de nalatenschap verkocht en tevens heeft zij de wagen van mijn schoonmoeder overgenomen (zonder enige overeenkomst daaromtrent op papier of een geldelijke transactie) en die op haar naam opnieuw in het verkeer gebracht. Volgens mij kan het dus niet duidelijker zijn dat er reeds een stilzwijgende aanvaarding van haar erfenis is gebeurd aangezien de inschrijving van de wagen dateert van voor de registratie van haar verwerping bij de burgerlijke griffie. Als het inderdaad zo zou zijn dat zij niet meer kan aanvaarden mits een boedelbeschrijving dan zou mijn echtgenote kunnen overgaan tot de aankoop van haar ouderlijk huis door zich te beroepen op de wet van de kleine nalatenschappen. Wij zouden dan ook overwegen om die verwerping van de zus te laten vernietigen.

Terug naar “Erfrecht & Schenkingen”