#2 , 04 dec 2015 11:25
“Art.374/1.De ouder aan wie het gezag over de persoon van het kind is toevertrouwd, ofwel luidens de in artikel 1288 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde overeenkomst die werd gehomologeerd met toepassing van artikel 1298 van hetzelfde Wetboek, ofwel ingevolge de overeenstemming tussen de ouders die werd bekrachtigd overeenkomstig artikel 1256 van hetzelfde Wetboek, ofwel bij beslissing van de voorzitter van de rechtbank rechtsprekend in kortgeding, overeenkomstig artikel 1280 van hetzelfde Wetboek, ofwel bij rechterlijke uitspraak met toepassing van de artikelen 223 of 374, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, mag de rechter verzoeken voor te schrijven dat op het op naam van het kind afgegeven identiteitsdocument en paspoort wordt vermeld dat het zonder de instemming van die ouder geen buitengrens mag overschrijden van de ruimte als bepaald in de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen.
Als het ouderlijk gezag gezamenlijk door de vader en de moeder van het kind wordt uitgeoefend, komt het recht om te verzoeken om de toevoeging van de in het eerste lid bedoelde vermelding toe aan die ouder over wie de rechter heeft bepaald dat het kind in het bevolkingsregister wordt ingeschreven als hebbende aldaar zijn hoofdverblijf.
Op verzoek van degene die het omgangsrecht heeft in de zin van artikel 5 van het Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen, opgemaakt te 's Gravenhage op 25 oktober 1980, kan de rechter beslissen dat op het identiteitsdocument en op het paspoort van het kind wordt vermeld dat ook de instemming van die persoon vereist is om de minderjarige een buitengrens te laten overschrijden.
De rechter brengt de beslissing ter kennis van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind verblijft.]
(1)Inwerkingtreding : onbepaald.
Buiten art.374/1 hierboven,waarvan de inwerkingtreding onbepaald is,vind ik nergens omgangsrecht terug.
Wie een beslissing neemt moet ze in principe ook meedelen
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/