De huurwetgeving, zowel deze op hoofdelijke bewoning als het gemeen onroerend huurrecht, op zich voorziet geen opzeggingsmogelijheden voor een contract van bepaalde duur, ze doet dit enkel voor contracten van onbepaalde duur. Zij voorziet enkel de mogelijkheid voor beide partijen om middels de voorgeschreven weg de andere partij bindend ervan op de hoogte te brengen dat de bestaande overeenkomst op het einde ervan niet verlengd wordt.
Elke opzeg aangaande een contract van bepaalde duur dient dan ook vervat te zitten in het contract en wederkerig te zijn; indien de verhuurder zich het recht aanmeet op deze of gene wijze het contract vervroegd te verbreken dan dient hij tevens voor de huurder een mogelijkheid te voorzien die hem deze mogelijkheid onder vergelijkbare omstandigheden biedt.
Concreet in uw geval is er noch in het contract, noch in het reglement een opzegclausule opgenomen. Het punt waarop de verhuurder zich beroept is art 1738-1739 bw. Hij interpreteert dit echter verkeerd aangezien dit enkel van toepassing is op het niet verlengen van een bestaande overeenkomst, niet op een overeenkomst van bepaalde duur die hij voortijdig tracht te verbreken.
Art. 1738. <W 20-02-1991, art. 9> Indien de huurder, na beëindiging van een voor een bepaalde duur bij geschrift gesloten overeenkomst, het goed zonder verzet van de verhuurder verder blijft bewonen, is er wederinhuring tegen dezelfde voorwaarden, ook wat de duur betreft.
Art. 1739. Wanneer een opzegging is betekend, kan de huurder, hoewel hij in het genot gebleven is, zich niet beroepen op een stilzwijgende wederinhuring.
Daarenboven is er artikel artikel 1762 bis BW, al eerder aangehaald thread en van dwingend recht. Concreet houdt deze in dat elk beding opgenomen in een contract of een reglement dat zonder verhaal en buiten de gestelde rechtspleging een contract ontbindt als nietig en onbestaande beschouwd dient te worden. De inhoud van de opzeg en de reden die de verhuurder hier opgeeft is een dergelijke situatie. 'Ik wil u buiten omdat uwe kop mij niet aanstaat en ge een te groot bakkes hebt.' valt in identiek dezelfde categorie en zal nooit in een rechtszaal standhouden.
Kan u ervoor zorgen dat er maandag iemand aanwezig is bij de caravan? Dat is de de zekerste methode. Gewoon braafjes binnenzitten zonder blabla en bij het eerste teken van actie vriendelijk de politie verwittigen dat er een onbekende uw caravan aan het stelen is en u er nog inzit.... en eventueel een deurwaarder vaststellingen laten verrichten. Het beveiligen van de trekhaak, beveiligen van stroom en wateraansluiting (diefstal door derden), wielklem (en dat is op reis met een caravan nooit weggegooid geld)...zal de verhuis voldoende bemoeilijken om de heren van de wet op tijd langs te laten komen.
Afgifte van een kopie van het schrijven aan de lokale beheerder van de camping zal ook deze tweemaal doen nadenken (en daar mag je gerust het woordje 'correctionele' laten vallen.).