2. Franky H. voert aan dat de woning van bij de aanvang van de huur niet voldeed aan de eisen van de Vlaamse
Wooncode (1), zodat de huurovereenkomst absoluut nietig is.
3. Het gehuurde goed moet beantwoorden aan de elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.
Indien deze voorwaarde niet is vervuld, heeft de huurder de keuze ofwel de uitvoering te eisen van de werken die noodzakelijk zijn om het gehuurde goed in overeenstemming te brengen met deze vereisten, ofwel de ontbinding van de huurovereenkomst te vragen met schadevergoeding (2). De Koning stelt de voorwaarden vast waaraan ten minste voldaan moet zijn opdat het gehuurde goed beantwoordt aan deze vereisten (3).
Artikel 5, § 1 Vlaamse Wooncode bepaalt op welke vlakken een woning moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, die door de Vlaamse Regering nader worden bepaald (4).
4. Het Grondwettelijk Hof besliste (5) dat als een woning niet beantwoordt aan de vereisten van de Vlaamse Wooncode, de burgerrechtelijke gevolgen van deze toestand niet worden beheerst door de Vlaamse Wooncode, maar door de regels van het verbintenissenrecht en van de
Woninghuurwet. De Vlaamse Wooncode regelt enkel de betrekkingen tussen de verhuurder en de openbare overheid.
De Vlaamse decreetgever heeft niet de bedoeling gehad om burgerrechtelijke sancties te koppelen aan de niet-naleving van de in de Vlaamse Wooncode vervatte veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten.
5. Ter zitting heeft de rechtbank gewezen op de inhoud van dit arrest van het Grondwettelijk Hof. Partijen hebben de gelegenheid gehad hun standpunt hierover uiteen te zetten.
6. Artikel 2, § 1 van de Woninghuurwet bepaalt dat, indien het gehuurde goed niet beantwoordt aan de elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid de huurder de keuze heeft ofwel de uitvoering te eisen van de werken die noodzakelijk zijn om het gehuurde goed in overeenstemming te brengen met deze vereisten, ofwel de ontbinding van de huurovereenkomst te vragen met schadevergoeding.
In afwachting van de uitvoering van de werken, kan de rechter een vermindering van de huurprijs toestaan.
De huurder heeft de keuze tussen het vorderen van de uitvoering van de werken of het vorderen van de ontbinding van de overeenkomst.
7. De absolute nietigheid van de overeenkomst omdat niet voldaan is aan de kwaliteitsvereisten van de Vlaamse Wooncode, is onverenigbaar met artikel 2 van de Woninghuurwet. De huurder zou dan nooit de uitvoering van werken kunnen vorderen wanneer bij het afsluiten van de overeenkomst niet voldaan is aan de kwaliteitsvereisten van de Woninghuurwet.
Dergelijke woning beantwoordt immers ook niet aan de kwaliteitsvereisten van de Vlaamse Wooncode en, volgens deze stelling, zou de rechter de nietigheid van de huurovereenkomst moeten vaststellen, wat uitsluit dat de rechter de verhuurder verplicht werken aan de woning
uit te voeren.
Artikel 2 van de Woninghuurwet werd niet, ook niet impliciet, gewijzigd door de Vlaamse Wooncode (6). Dit betekent dat wanneer de verhuurde woning niet voldoet aan de kwaliteitseisen van de Woninghuurwet (en dus ook niet voldoet aan de kwaliteitseisen van de Vlaamse
Wooncode) de huurder nog steeds het recht heeft van de verhuurder de uitvoering van de noodzakelijke werken te eisen en de huurovereenkomst niet nietig is.
8. Er is geen reden om de huurovereenkomst nietig te verklaren enkel en alleen omdat de woning op het ogenblik dat de huurovereenkomst werd afgesloten niet zou voldaan hebben aan de vereisten van de Vlaamse Wooncode.
(1) Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(2) Artikel 2 Woninghuurwet (Burgerlijk Wetboek, Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2. Regels betreffende de huurovereenkomsten met
betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder).
(3) Zie het koninklijk besluit van 8 juli 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn wil een onroerend goed
dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats in overeenstemming zijn met de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.
(4) Besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen.
(5) GwH 11 maart 2009, nr. 47/2009,
http://www" onclick="window.open(this.href);return false;. const.-court.be
(6) Rechtsoverweging B.4.3. van het arrest nr. 47/2009 van het Grondwettelijk Hof.