#4 , 06 mar 2012 22:14
Uw vraag is niet eenvoudig te beantwoorden.
Om onmiddellijk te antwoorden op uw vraag of er rechtspraak is: ik heb er geen gevonden.
De handelshuurwet is van dwingend recht. Dit betekent dat partijen er in principe niet van kunnen afwijken.
Maar .... enkel de partij die door een bepaalde regel beschermd wordt kan de nietigheid van de clausule, in strijd met de wet aanvoeren.
De wet bepaalt dat de duur van de handelshuur minimum 9 jaar is maar dat de huurder kan opzeggen bij elke driejarige periode.
De clausule in uw huurcontract dat u ten allen tijde de huur kan opzeggen is in strijd met de wet en dus in principe nietig maar ... wie kan die nietigheid aanvoeren. Doorgaans zegt de rechtsleer dat deze bepaling opgenomen is ter bescherming van de huurder, dus de verhuurder kan de nietigheid ervan niet aanvoeren.
Dit is dus goed nieuws voor u. U zou zich op de clausule kunnen beroepen, de verhuurder zou de nietigheid niet kunnen aanvoeren.
Toch moet ik dit standpunt nuanceren. Ik ben er niet zeker van of de rechtspraak, en in het bijzonder het Hof van Cassatie, die standpunt zal volgen.
Het Hof van Cassatie oordeelde
Cass., 14 januari 2008, rolnummer C.07.0234.N
1. De bepalingen van de Handelshuurwet aangaande de duur van de handelshuurrelatie beogen een evenwicht tussen het recht van de eigenaar om over zijn handelspand te kunnen beschikken en het recht van de kleinhandelaar om een stabiele handelszaak uit te bouwen.
Dit handelt enkel over art. 3, eerste lid Handelshuurwet. dat bepaalt "De duur van de huur mag niet korter zijn dan negen jaren."
Art. 3, derde lid, bepaalt: "De huurder kan evenwel de lopende huur beëindigen bij het verstrijken van elke driejarige periode, mits hij zes maanden tevoren opzegt bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij ter post aangetekende brief."
Kan men zeggen dat art. 3, eerste lid, zowel beoogt de verhuurder als de huurder te beschermen - zie bovenvermeld cassatiearrest - en dat art. 3, derde lid, enkel de belangen van de huurder beschermt?
Persoonlijk denk ik van niet.
Het is dus niet te voorspellen wat een rechter zal oordelen. U kan erop gokken dat u met de rechtsleer in de hand de verhuurder kan overbluffen dat hij de nietigheid van de clausule niet kan aanvoeren.