#18 , 04 okt 2015 10:46
Beste,
Eerst en vooral wil ik u veel sterkte wensen en vooral een goed verloop van uw ziekte en een spoedige genezing. Ik wens bij deze te benadrukken dat een rustpensioen wegens ongeschiktheid enkel wordt toegekend in geval van een definitieve ongeschiktheid. Er zijn een aantal mogelijkheden naargelang men tot het statutair personeel van de plaatselijke diensten valt, De Vlaamse Overheid, dan wel de Federale Overheid.
U kan dan ook best contact opnemen met de personeelsdienst voor uw bestuur om dit even voor u uit te klaren. Kijk ook eens na wat in uw Rechtspositieregeling/arbeidsreglement over deze materie staat vermeld.
Voor wat de Federale Overheid betreft is het KB van 19.11.1998 van toepassing:
Art. 41.-
Voor de ganse duur van zijn loopbaan kan de ambtenaar, die wegens ziekte verhinderd is zijn ambt normaal uit te oefenen, ziekteverlof krijgen tot maximum eenentwintig werkdagen per twaalf maanden dienstanciënniteit. Als hij nog geen 36 maanden in dienst is wordt zijn wedde hem niettemin gedurende 63 werkdagen gewaarborgd.
Voor de ambtenaar die oorlogsinvalide is wordt het aantal in het eerste lid vastgestelde dagen respectievelijk op 32 en 95 gebracht.
Het verlof wegens ziekte is met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld.
Art. 41bis1.-
Een ambtenaar die ziek wordt in de loop van de dag en van zijn dienstchef de toelating krijgt het werk te verlaten, om zich naar huis te begeven of medische zorgen te ontvangen, bekomt een dienstvrijstelling.
HOOFDSTUK IX. Disponibiliteit wegens ziekte1
Art. 55.-
De disponibiliteit wegens ziekte wordt uitgesproken door de voorzitter van het directiecomité of de secretarisgeneraal of door het hoofd van het bestuur aan wie hij deze bevoegdheid heeft toegekend.
Art. 56.-
§ 1.- Onverminderd artikel 46 is de ambtenaar die wegens ziekte afwezig is na het maximum aantal verlofdagen hem toegekend bij artikel 41, van rechtswege in disponibiliteit wegens ziekte.
§ 2.- Hij behoudt zijn recht op bevordering en op bevordering in zijn weddeschaal.
§ 3.- De artikelen 47 en 62 tot 64 zijn van toepassing op de ambtenaar in disponibiliteit wegens ziekte.
Art. 57.-
De ambtenaar die in disponibiliteit wegens ziekte is ontvangt een wachtgeld dat gelijk is aan 60 % van zijn laatste activiteitswedde.
Het bedrag van dit wachtgeld mag echter in geen geval lager liggen dan:
1° de vergoedingen die de betrokkene in dezelfde toestand zou ontvangen indien de socialezekerheidsregeling op hem toepasselijk was geweest sinds het begin van zijn afwezigheid;
2° het pensioen dat hij zou verkregen hebben indien hij, op de datum van zijn indisponibiliteitstelling, tot de vervroegde oppensioenstelling wegens lichamelijke ongeschiktheid was toegelaten.
Het wachtgeld wordt vastgesteld op grondslag van de laatste activiteitswedde, in voorkomend geval herzien bij toepassing van artikel 9 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der federale overheidsdiensten.
In geval van cumulatie van betrekkingen wordt het wachtgeld slechts toegekend op grond van het hoofdambt.
Art. 58.-
In afwijking van artikel 57, ontvangt de ambtenaar die in disponibiliteit wegens ziekte is een maandelijks wachtgeld dat gelijk is aan het bedrag van zijn laatste activiteitswedde indien de ziekte waaraan hij lijdt door het Bestuur van de medische expertise als een ernstige en langdurige ziekte wordt erkend. De arts van het Bestuur van de medische expertise bepaalt de aanvangsdatum van het recht.
------
Vlaamse Overheid:
Toelichting bij Art. X 20
Een rem wordt ingebouwd door de mogelijkheid te voorzien om de ambtenaar die in totaal 666 werkdagen afwezigheid wegens ziekte gecumuleerd heeft naar de federale medische dienst (nu MEDEX) te sturen bevoegd voor de definitieve ongeschiktverklaring (m.o.o. pensionering).
Of dit al dan niet gebeurt is appreciatiebevoegdheid van de geneeskundige controledienst (bvb. ernst van de ziektes, ongeval van gemeen recht, enz. …), in overleg met de personeelsfunctie in het beleidsdomein (en de lijnmanager).
De vakantiedagen die de ambtenaar niet heeft kunnen opnemen ingevolge langdurige ziekte worden gecrediteerd op het contingent van 666 werkdagen ziekteverlof. Ook eventueel opgespaard vakantieverlof dat vóór 60 jaar niet kon opgenomen worden geeft aanleiding tot creditering van het contingent van 666 werkdagen ziekteverlof (boven 60 jaar: zie art. XI 7).
Het salaris van de ambtenaar wordt volledig doorbetaald tot de eindbeslissing van MEDEX tot pensionering.
De pensioencommissie van MEDEX kan op basis van artikel 117 van de wet van 14/2/1961 volgende beslissingen nemen:
- A beslissingen die niet leiden tot pensioering (A1= geschikt; A2 is definitief ongeschikt, A3 is tijdelijk geschikt voor aangepast werk en A4 is definitief ongeschikt voor de uitoefening van de gewone werkzaamheden, maar wel geschikt voor specifieke functies die door MEDEX worden bepaald).
- B beslissing: tijdelijk vroegtijdig pensioen (wordt voor maximum 18 maanden toegekend; kan na een nieuw onderzoek omgezet worden in een definitieve pensionering of in werkhervatting).
- C beslissing: definitief vroegtijdig pensioen omwille van definitieve medische ongeschiktheid.
In de rand van deze problematiek wordt opgemerkt dat conform het KB van 28 mei 2003 het de taak is van de preventieadviseur-geneesheer om door het stellen van preventieve handelingen "te vermijden dat werknemers worden tewerkgesteld aan taken waarvan zij, wegens hun gezondheidstoestand normaal de risico's niet kunnen dragen" (art. 3 e.v.).
Er kan derhalve een contact georganiseerd worden tussen het geneeskundig controleorgaan en de preventieadviseur-geneesheer enerzijds en MEDEX anderzijds in geval
1.het controleorgaan van oordeel is dat iemand definitief ongeschikt is voor de functie die hij uitoefent, maar geschikt is voor een andere functie (zonder naar MEDEX te gaan);
2.MEDEX een ambtenaar tijdelijk geschikt verklaart voor aangepast werk;
3.MEDEX een ambtenaar definitief ongeschikt verklaart voor de functie die hij uitoefent, maar geschikt voor een andere functie i.p.v. de definitieve ongeschiktverklaring (pensionering) uit te spreken.
De voordelen van het koninklijk besluit van 19 november 1998 (ziekteverlof a rato van 21 werkdagen per jaar) moeten overeenkomstig artikel 17, 3° APKB gegarandeerd worden aan de ambtenaar. Dit betekent dat zolang deze bepaling een algemeen principe is, voor de ambtenaar - ongeacht het tijdstip van zijn indiensttreding of overheveling - in casu van een voorstel tot vroegtijdige pensionering een fictieve vergelijking dient gemaakt te worden tussen het recht op ziekteverlof (krediet) opgebouwd tijdens zijn loopbaan (op basis van dienstanciënniteit in toepassing van het KB van 19 november 1998) en de 666 werkdagen.
De beslissing van MEDEX tot definitieve medische ongeschiktverklaring zal voor de ambtenaar die een ziekteverlof van meer dan 666 werkdagen heeft, ten vroegste uitwerking hebben na het aantal werkdagen afwezigheid wegens ziekte overeenstemmend met het ziekteverlof opgebouwd in toepassing van het KB van 19 november 1998.
Aangezien gekozen werd voor de techniek om de uitwerking van de beslissing tot voortijdige pensionering van MEDEX uit te stellen betekent dit dat vooraf geen referentiedatum gehanteerd wordt om de "kredieten" te vergelijken. Na 666 werkdagen wordt de procedure al dan niet ingezet en op de datum van beslissing van de pensionering wordt de vergelijking gemaakt om na te zien of de uitwerking al dan niet moet uitgesteld worden. Er zijn immers situaties mogelijk waarbij de federale berekeningswijze recht zou geven op een ziektecontingent van meer dan 666 werkdagen. Indien echter de federale berekeningswijze recht geeft op minder dan 666 werkdagen wegens ziekte, ontslaat dit de VLaamse overheid niet van de verplichting om eerst de 666 werkdagen uit te putten.
Zie ook artikel X 82 wat betreft de startdatum van het contingent van 666 werkdagen ziekteverlof.
-------------
Plaatselijke besturen:
De disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit. Een statutair personeelslid dat geen recht heeft op uitkeringen in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, kan bij afwezigheid wegens ziekte of invaliditeit in disponibiliteit worden gesteld op het ogenblik dat het zijn totaal aantal beschikbare ziektekredietdagen heeft opgebruikt.
Deze vorm van disponibiliteit houdt op als de toestand van ziekte of invaliditeit ophoudt, of als het betrokken statutaire personeelslid, al dan niet vervroegd, op pensioen wordt gesteld. Het statutaire personeelslid in disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit behoudt zijn aanspraken
op verhoging van salaris.
De vervroegde pensionering is niet het gevolg van het opgebruikte ziektekrediet, maar er kan enkel worden beslist tot vervroegde pensionering als de definitieve beroepsongeschiktheid vaststaat. Een eenvoudige griep of een klein ongeval zullen dus geen aanleiding kunnen geven tot een vervroegde pensionering, ook niet als het ziektekrediet is opgebruikt.
De disponibiliteit wegens ziekte kan evenmin worden toegepast op statutair aangestelde personeelsleden op proef, die nog onder het stelsel van de uitkeringen vallen in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, en waaraan nog geen ziektekrediet werd toegekend.
Het statutaire personeelslid dat in disponibiliteit is gesteld wegens ziekte of invaliditeit, ontvangt een wachtgeld, gelijk aan 60% van het laatste activiteitssalaris en de fictieve ontwikkeling daarvan. Het statutaire personeelslid dat in disponibiliteit is gesteld wegens ziekte of invaliditeit,
behoudt zijn aanspraken op verhoging in salaris.
Het bedrag van het wachtgeld mag in geen geval minder bedragen dan:
1. de vergoedingen die de betrokkene in dezelfde toestand zou hebben gekregen met toepassing van de regeling voor contractuele werknemers in het kader van de sociale verzekering bij ziekte of invaliditeit;
2. het pensioen dat de betrokkene verkregen zou hebben bij vervroegde pensionering op dezelfde dag waarop de disponibiliteit wegens ziekte of invaliditeit ingaat.
Deze inlichtingen zijn louter informatief en onder alle voorbehoud. Er kunnen rechten aan verbonden worden.
Groetjes,
Thieu Rutten
pensioendeskundige.