Info afstand hoederecht

TRON
Topic Starter
Berichten: 3

Info afstand hoederecht

#1 , 03 mei 2007 10:53

we zijn gehuwd en hebben besloten uit mekaar te gaan; de moeder wenst afstand te doen van het hoederecht van ons onlangsgeboren kind. Is dit mogelijk om dit op papier te zetten of dient dit voor een notaris te gebeuren.
Wat gebeurt er dan qua alimentatie?

Alvast bedankt voor de reacties.

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
robert
Berichten: 146
Locatie: Limburg

#2 , 03 mei 2007 11:39

Wenst de moeder ook geen bezoekrecht ?

TRON
Topic Starter
Berichten: 3

#3 , 03 mei 2007 11:50

op dit ogenblik maakt ze niet de indruk dat ze dit wenst

Reclame

bemiddelaar
Berichten: 297
Locatie: West-Vlaanderen

#4 , 03 mei 2007 13:54

Sinds de wet van 13 april 1995 spreken we niet meer van bezoekrecht en hoederecht. Deze wet bepaalt dat ouders na de ontbinding van het huwelijk door echtscheiding gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen ten aanzien van hun kind (= gezagsco-ouderschap).

De wet bepaalt dat ouders - die samenwonen, apart wonen, gehuwd zijn, gescheiden zijn of nooit gehuwd waren - gezamelijk ouderlijk gezag hebben, behalve in twee gevallen:
1. Een rechter heeft in een vonnis beslist dat een andere gezagsregeling geldt.
2. De ouders hebben, via onderhandelingen, een andere gezagsregeling beslist en een rechter heeft die overeenkomst bekrachtigd.

Er zijn drie mogelijkheden qua gezagsregelingen:
- gezamenlijk ouderlijk gezag (= gezagsco-ouderschap)
- eenzijdige uitoefening van het ouderlijk gezag door ??n ouder (= exclusief ouderlijk gezag)
- een gezagsregeling op maat (een combinatie van bepaalde dingen door 2 ouders te beslissen en andere dingen door 1 ouder te beslissen)

Een bemiddelaar in familiezaken kan jullie informeren omtrent deze verschillende mogelijkheden en kan deze afspraken op papier zetten.

j.demoor
Berichten: 10360

#5 , 04 mei 2007 11:56

?Art.374.? 1. Wanneer de ouders niet samenleven, blijven zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen...Bij GEBREKE van overeenstemming over de organisatie van de HUISVESTING van het kind, over de belangrijke beslissingen betreffende zijn gezondheid, zijn opvoeding, zijn opleiding en zijn ontspanning en over de godsdienstige of levensbeschouwelijke keuzes of wanneer deze overeenstemming strijdig lijkt met het belang van het kind, kan de bevoegde rechter de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend opdragen aan ??n van beide ouders...?(Burgerlijk Wetboek).

U kan dus een overeenkomst sluiten over de huisvesting van het kind.

?Art.9.3.De Staten die partij zijn,eerbiedigen het recht van het kind dat van een ouder of beide ouders is gescheiden,op regelmatige basis persoonlijke betrekkingen en rechtstreeks contact met beide ouders te onderhouden ,tenzij dit in strijd is met het belang van het kind...?(Verdrag Rechten Kind 20 november 1989).

Uw onderlinge overeenkomst mag evenwel het RECHT van het kind niet schenden om op regelmatige basis persoonlijke betrekkingen en rechtstreeks contact met BEIDE ouders te onderhouden.

Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ?Juridische aard? op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.

TRON
Topic Starter
Berichten: 3

#6 , 19 mei 2007 12:59

Bedankt voor de info

roderidder
Berichten: 2946
Contacteer: Website

#7 , 19 mei 2007 14:43

Julie zijn allemaal schatjes

hoederecht / bezoekrecht = staat al meer dan 10 jaar nergens meer in onze belgische wet. het bestaat dus enkel nog van gevallen voor 13 april 1995

Je kan dus enkel over de verblijfsregeling onderhandelen


Voor diegene die willen blijven twijfelen
http://www.f4j.be/presentaties/index.html (Prof. Tony Van Loon VUB)

en

Beide ouders willen eenhoofdig gezag van moeder: hof weigert

Zaaknr: R200400019
Datum uitspraak: 15-04-2004

GERECHTSHOF TE 'S-HERTOGENBOSCH

Beschikking in hoger beroep
In de zaak van:

[de moeder en de vader],
wonende te [woonplaats[,
appellanten
de moeder en de vader,
procureur mr. L.R.G.M. Spronken,

1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beschikking van de Rechtbank Roermond van 26 november 2003, waarvan de inhoud bij partijen bekend is.

2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij gemeenschappelijk beroepschrift, ingekomen ter griffie op 9 januari 2004, hebben appellanten verzocht voorvermelde beschikking te vernietigen voor zover deze betrekking heeft op het ouderlijk gezag en opnieuw rechtdoende te bepalen dat de moeder met uitsluiting van de vader zal worden bekleed met de uitoefening van het ouderlijk gezag over de minderjarige kinderen van partijen [dochter] geboren te [geboorteplaats]op 17 juli 1992 en [zoon] geboren te [geboorteplaats] op 23 juli 1994.

2.3. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 maart 2004. Bij die gelegenheid zijn gehoord appellanten en hun advocaat mr. M.J.L. van den Aker-Groffen. Tevens is gehoord mr. H. Werger van de Raad voor de Kinderbescherming, hierna de raad.

2.4. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
- de producties, overgelegd bij het beroepschrift.

3. De gronden van het hoger beroep
Het hof verwijst naar de inhoud van het beroepschrift.

4. De beoordeling
4.1. Partijen zijn op 19 juni 1987 te Horst met elkaar gehuwd. Uit dit huwelijk zijn geboren [dochter] en [zoon]. Bij beschikking waarvan beroep is op gemeenschappelijk verzoek van partijen de echtscheiding uitgesproken. Deze echtscheidingsbeschikking is op 5 januari 2004 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

4.2. Bij die echtscheidingsbeschikking heeft -voor zover hier van belang- de rechtbank het in het tussen partijen overeengekomen echtscheidingsconvenant neergelegde verzoek om alleen de moeder met het gezag te belasten afgewezen. De rechtbank voert hiertoe aan dat partijen noch gesteld noch gemotiveerd hebben dat de verzochte gezagsvoorziening het meest in het belang van de betreffende minderjarigen moet worden geacht. Een mondelinge behandeling ter gelegenheid waarvan partijen hun standpunt hadden kunnen verwoorden heeft niet plaatsgevonden. Tegen deze beschikking komen partijen op.

4.3. Partijen stellen dat door een omissie van hun advocaat het verzoek tot toekenning van het eenhoofdig ouderlijk gezag over beide minderjarige kinderen niet nader is gemotiveerd. In hun beroepschrift motiveren partijen hun verzoek tot eenhoofdig ouderlijk gezag.

4.3.1. Partijen voeren in het beroepschrift aan dat er tussen hen grote verschillen van opvatting bestaan over de opvoeding van hun kinderen, met name over de opvoeding van hun zoon. [De zoon] heeft tijdens de zwangerschap een hersenbeschadiging opgelopen, waardoor zijn functioneren in ernstige mate wordt be?nvloed. Dit levert de nodige moeilijkheden op ten aanzien van de opvoeding en het is dan ook de verwachting dat er in de toekomst moeilijke beslissingen moeten worden genomen. Nu partijen een volstrekt andere aanpak van de problematiek van [zoon] voorstaan, welke in het verleden al heeft geleid tot veel conflicten en problemen, willen zij deze conflicten en problemen in de toekomst vermijden door de vrouw met uitsluiting van de man de beslissingsbevoegdheid te geven en haar te belasten met het eenhoofdig ouderlijk gezag.

4.3.2. Voorts zijn partijen het erover eens dat het voor beide kinderen en voor henzelf overzichtelijk en duidelijk is als de vrouw het eenhoofdig gezag zowel over de zoon als over de dochter zal uitoefenen. Tevens zijn partijen het erover eens dat eenhoofdig gezag in het belang van de minderjarige kinderen is.

4.4. Het hof overweegt als volgt.
Ter zitting is gebleken dat partijen al drie jaar van elkaar gescheiden leven en dat de kinderen in onderling overleg drie of vier dagen per week bij de vader verblijven. Moeder heeft aangegeven dat zij de beslissingen omtrent de kinderen neemt, maar dat zij dit pas doet nadat zij hierover met vader heeft gesproken. Zowel vader als moeder hebben ter zitting naar voren gebracht dat er in de huidige situatie geen problemen zijn, maar dat deze in de toekomst wel zouden kunnen ontstaan. Desgevraagd heeft vader te kennen gegeven dat hij zich niet kan voorstellen dat moeder in de toekomst het gezag met een ander zal gaan uitoefenen. De vertegenwoordiger van de raad heeft ter zitting uitdrukkelijk verzocht het verzoek van de ouders af te wijzen. Hij is van mening dat eenhoofdig gezag kan alleen worden toegewezen indien dit in het belang van de kinderen noodzakelijk is, welk belang hij onvoldoende gediend vindt bij het eenhoofdig gezag.
Op grond van hetgeen uit de stukken en tijdens de zitting naar voren is gekomen is het hof van oordeel dat de ouders onvoldoende, althans onvoldoende zwaarwegende redenen hebben aangevoerd om de conclusie te rechtvaardigen dat het belang van de [zoon] (en in zijn voetspoor [dochter]) meebrengt dat moet worden afgeweken van het door de wetgever in artikel 1:251 lid 2 BW geformuleerde uitgangspunt van gezamenlijk uit te oefenen gezag. Voor die conclusie is in het bijzonder ontoereikend de bij de ouders levende opvatting dat het belang van de kinderen het best wordt gediend door eenhoofdig gezag uit te oefenen door de vrouw waar de kinderen verblijven. Deze conclusie wordt ook niet anders als daarbij de aangevoerde redenen worden betrokken, kort gezegd dat de vrouw een andere aanpak van de problematiek van [zoon] voorstaat dan de man (welke aanpak overigens een algemeen karakter draagt: de vrouw toont zich met betrekking tot het welzijn van [zoon] vechtlustiger dan de man) en dat zich in de toekomst mogelijke ontwikkelingen of situaties met betrekking tot [zoon] zullen voordoen die nopen tot het nemen van een spoedeisende en eenduidige beslissing. Het hof is van oordeel dat het belang van [zoon] juist het best gediend wordt als beslissingen te zijn aanzien het resultaat zijn van onderling overleg tussen beide ouders, ook als de ouders daarbij uitgaan van andere opvattingen. Van concrete geschillen tussen de ouders onderling die zij niet in onderling overleg hebben kunnen oplossen en die daarom het belang van [zoon] in het nauw hebben gebracht, is niet gebleken. Bovendien is ter zitting gebleken dat partijen, ondanks hun meningsverschillen, waar het om de kinderen gaat, heel goed met elkaar kunnen communiceren. Gelet op het voorgaande zal het hof het verzoek van de ouders dan ook afwijzen.

4.5. Nu partijen gewezen echtgenoten zijn, zal het hof de op dit hoger beroep gevallen proceskosten tussen hen compenseren.

5. De beslissing
Het hof:

bekrachtigt de beschikking van de rechtbank te Roermond van 26 november 2003;

compenseert de op dit hoger beroep gevallen proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Deze beschikking is gegeven door mrs. Van Griensven, Den Hartog Jager en Van der Linden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 15 april 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.

Hier vragen beide ouders met een gezamenlijke advocaat om eenhoofdig gezag door moeder, en zowel de rechtbank als het hof wijzen dat verzoek af.

bron:
www.sos-papa.com


RR

Terug naar “Echtscheiding”